Snij het vlees in kleinere stukken of blokjes (wat jij wil) en smeer ze in met 1 theelepel asem (asem is een beetje zurig en zorgt ervoor dat vlees malser wordt). Zet het vlees weg en laat ‘t op kamertemperatuur komen.
Snijd het vlees in blokjes. Pel de sjalotjes en knoflook en verwijder de steeltjes van de lomboks. Snijd alles fijn. Knip het bovenste deel van de stengel sereh, kneus het en maak er een knoop in.
Maak de gepofte kemirinoten fijn in een vijzel. Snijd de djeroek poeroet blaadjes in stukjes. Maak er een boemboe van door alle ingredienten voor de boemboe in een blender tot een pasta te maken.
Verhit 4 eetlepels olie in de wadjan of braadpan en fruit de boemboe gedurende een minuut of 2. Tegelijk met de boemboe gooi je ook de sereh en salam blaadjes in de pan. Regelmatig omscheppen tijdens het fruiten.
Voeg dan de kokosroom bij de boemboe in de pan, ook de kruidnagels en steranijsjes, en brengt ‘t al roerend aan de kook. Voeg dan het vlees toe, voorzichtig omscheppen, en laat het vuur nog een minuutje hoog staan.
Vervolgens zet je de pan op je favoriete sudderpit, deksel erop en het stoven kan beginnen. Je moet ongeveer elke 20 minuten de hele boel even omscheppen. Na 2 uur stoven moet je even proeven om erachter te komen of je er nog zout bij wil hebben en hoe gaar het vlees inmiddels is.
Geroosterde kokos toevoegen nadat de rendang zo’n 2 uur heeft liggen sudderen. Schep 4 of 5 eetlepels geraspte kokos (te koop in een zakje) in een schone en droge koekenpan en rooster het op laag vuur. Wel opletten want tegen de tijd dat de pan heet is geworden, gaat het erg rap met het verkleuren van de kokos. Je moet de kokos bijna voortdurend omscheppen en gelijkmatig bruin laten worden. Daarna mik je ’t in de cobek en wrijf je het fijn. Hup, in de pan ermee en door de rendang scheppen. Qua smaak heeft het niet zo’n impact maar het heeft wel een bindend effect en dat is voor veel mensen die worstelen met een te natte rendang mooi meegenomen. Tegen de tijd dat jij vindt dat het bijna gaar is, kun je het verder laten stoven zonder deksel, dit is het moment dat je, als je dat wil, nog wat overtollig vocht laat verdampen. Vanaf nu moet je bij de pan in de buurt blijven omdat je regelmatig moet omscheppen. Daarmee bevorder je het verdampen en tevens voorkom je dat de rendang aan de bodem gaat koeken (niks zo sneu als verbrande rendang). Let op, voorzichtig omscheppen, je wil niet dat je het vlees kapot schept.
Wat mij betreft is de rendang klaar zodra het vlees in je mond uit elkaar valt. Maar als het in de pan uit elkaar valt is het mislukt. Jammer joh.
Rendang serveer je bij voorkeur in een kommetje met wat vocht meegeschept, dan kan ieder voor zich bepalen of ze dat vocht wel of niet willen – overigens, de meeste smaak zit in het vocht, dus ik zou niet weten waarom iemand dat niet bij het vlees wil hebben.